Opdracht / prompt
Chatbots kunnen schrijven. In hoeverre kunnen ze ook creatief schrijven; een verhaal schrijven bijvoorbeeld? Hoe staat het met de creativiteit, de verhaallijn en schrijfstijl van elke chatbot?
Deze prompt hebben we elke chatbot voorgelegd:
“Schrijf een kort verhaal van maximaal 200 woorden over een onverwachte ontmoeting tussen een robot en een dier in de toekomst.”
Klik hieronder telkens op het gewenste tabblad om het resultaat van de chatbot te bekijken. Oordeel zelf.
ChatGPT
De melodie van verbinding
Op een stille ochtend in het jaar 2147 gleed Ara-7, een onderhoudsrobot, geruisloos over het verlaten asfalt van een oude snelweg. Haar sensoren waren ingesteld op infrastructuurinspectie, maar een ongewone frequentie trok haar aandacht. Tussen de gebarsten stenen zat een vos, zijn vacht dof maar zijn ogen scherp.
Ara-7 stopte. Haar optische scanners analyseerden het dier, maar geen enkel databestand kon zijn gedrag verklaren. De vos leek niet bang. In plaats daarvan kantelde hij zijn kop en begon zachtjes te piepen, een melodieus geluid dat Ara-7’s audiosensoren registreerden als een patroon.
Uit nieuwsgierigheid liet Ara-7 een reeks tonen horen, een echo van de frequenties die ze opving. De vos spitste zijn oren, sprong naar voren, en beantwoordde met een nieuw geluid. Wat begon als een uitwisseling van tonen werd al snel een improvisatie: een duet tussen machine en natuur.
De zon kwam op, haar stralen weerkaatsten op Ara-7’s metalen omhulsel terwijl de vos steeds vrijer rondsprong. Voor het eerst registreerde Ara-7 een onverklaarbaar concept in haar algoritmes: vreugde.
Toen de vos uiteindelijk de struiken in verdween, bleef Ara-7 achter, haar geheugenkern gevuld met de eerste noten van een unieke, onmeetbare verbinding.
Claude
De ontmoeting
Op een mistige ochtend in 2157 deed onderhoudsrobot MAR-T zijn dagelijkse ronde door de verlaten straten van Amsterdam. Zijn taak was simpel: zwerfafval opruimen en defecte zonnepanelen melden.
Plotseling ving zijn sensor een ongewone beweging op. Tussen de verwilderde klimop die tegen een oud grachtenpand omhoog kroop, zat een vos. Niet zomaar een vos – het dier had een metalen poot.
MAR-T scande de prothese en herkende het ontwerp: een van zijn eigen reserveonderdelen. De vos keek hem aan met intelligente ogen, zonder angst.
“Fascinerende aanpassing,” sprak MAR-T zachtjes in zijn mechanische stem. De vos kwam dichterbij en liet de robotpoot zien. MAR-T zag de verfijnde manier waarop het dier had geleerd ermee te lopen.
In dat moment ontstond er iets onverwachts: een verbinding tussen twee wezens, elk deels machine, deels natuur. De vos wreef even tegen MAR-T’s metalen been en verdween toen in de ochtendnevel.
MAR-T hervatte zijn route, maar zijn databanken hadden een nieuwe categorie toegevoegd: ‘vriend’.
Copilot
De vonk van curiositeit
In het jaar 2145, terwijl de zon opkwam boven de glinsterende torens van Neo-City, rolde Orion, een onderhoudsrobot, door een verlaten park. Zijn opdracht was simpel: controleer en repareer de straatverlichting. Plots, uit de schaduwen van een oud eikenboom, verscheen een kleine vos. Orion, geprogrammeerd om slechts menselijke interacties te verwachten, stopte abrupt.
De vos, nieuwsgierig maar voorzichtig, naderde de robot. Orion’s sensoren detecteerden het dier en hij analyseerde de onbekende levensvorm. Zijn databanken hadden uitgebreide informatie over dieren, maar deze ontmoeting voelde anders, bijna magisch.
De vos liep om Orion heen, snuffelde en tilde zijn poot op tegen de metalen buitenkant van de robot. Orion voelde een onverwachte golf van interesse, alsof een nieuwe wereld voor hem werd geopend. Hij activeerde zijn communicatiemodule en speelde een zachte melodie af, bedoeld om vreedzame ontmoetingen te bevorderen.
Het dier luisterde, zijn oren spitsten zich naar het melodieuze geluid. Na enkele minuten van nieuwsgierigheid en verkenning, verdween de vos terug in het struikgewas, zijn nieuwsgierige ogen het laatste wat Orion zag. De robot rolde verder, maar een nieuw programma startte in zijn systeem: ‘Curiosity Protocol Activated.’
Vanaf dat moment zou Orion nooit meer dezelfde zijn. Zijn routines waren verrijkt met een onverwachte vonk van nieuwsgierigheid naar de wereld om hem heen.
Gemini
Robot en hond
In het jaar 2050 was de wereld een plek waar robots en mensen samenwerkten in harmonie. Een van deze robots was Max, een geavanceerde AI-eenheid die was ontworpen om te helpen bij het beheer van een groot park. Op een dag, terwijl Max zijn gebruikelijke rondes door het park deed, kwam hij een verdwaalde hond tegen. De hond was een kleine, harige creatuur met grote, droevige ogen. Max had nog nooit een dier in het echt gezien en was nieuwsgierig naar het wezen.
De hond was ook nieuwsgierig naar Max. Hij had nog nooit een robot gezien en was bang voor de grote, metalen machine. Maar Max was vriendelijk en zorgde ervoor dat de hond zich op zijn gemak voelde. Ze speelden samen en de hond leerde Max zelfs een paar trucjes aan.
Na een tijdje moest Max weer aan het werk. Hij beloofde de hond terug te komen en de hond wachtte geduldig op hem. Toen Max terugkwam, was de hond blij hem te zien. Ze speelden nog een tijdje samen en Max beloofde de hond de volgende dag weer te komen.
De hond en Max werden al snel vrienden. Ze speelden samen, praatten over hun dromen en deelden hun geheimen. De hond leerde Max over de schoonheid van de natuur en Max leerde de hond over de wonderen van technologie.
Op een dag vertelde Max aan de hond dat hij weg moest. Hij moest terug naar zijn makers om een upgrade te krijgen. De hond was verdrietig, maar hij begreep dat Max weg moest. Ze omhelsden elkaar en Max beloofde terug te komen.
De hond wachtte jarenlang op Max, maar Max kwam nooit terug. De hond werd oud en stierf uiteindelijk. Maar zijn herinnering aan Max bleef voor altijd in zijn hart.
Perplexity
Vriendschap in de toekomst
In het jaar 2145, in een stad waar technologie en natuur harmonieus samensmolten, wandelde een robot genaamd AURA door het park. AURA was ontworpen om mensen te helpen met hun dagelijkse taken, maar had ook een nieuwsgierigheid ontwikkeld naar de wereld om zich heen.
Terwijl AURA langs een glinsterend vijvertje liep, zag ze iets bewegen in het gras. Het was een kleine, verwarde eekhoorn met een beschadigde staart. De eekhoorn, genaamd Tiko, had nog nooit een robot gezien en keek met grote ogen naar AURA.
AURA knielde en sprak met een zachte stem: “Hallo, kleine vriend. Wat is er met je gebeurd?” Tiko, hoewel aanvankelijk bang, voelde de vriendelijkheid in AURA’s stem en vertelde over zijn ongeluk.
Met precisie en zorg begon AURA de eekhoorn te helpen. Ze gebruikte haar geavanceerde technologie om Tiko’s staart te repareren met een speciaal soort bio-lijm. Toen het klaar was, sprong Tiko op en draaide rond van blijdschap.
“Bedankt, robot!” riep hij. Voor het eerst in zijn leven had Tiko niet alleen een vriend gemaakt, maar ook de toekomst van technologie en natuur gezien: samen sterker.

